top of page
Female chemist dropping a chemical substance into another substance
Science Lab

De oprichter
André Simonart

thumb_revue_SIMONART61-3.jpg

André Simonart werd in 1903 in Leuven geboren. Als zoon en achterkleinzoon van artsen studeerde hij uiteraard geneeskunde. In 1926, twee jaar voordat hij aan de Université de Louvain cum laude afstudeerde als doctor in geneeskunde, publiceerde André Simonart samen met professor Manille Ide verschillende artikelen. Deze vroege wetenschappelijke activiteiten leverden hem de Universitaire Prijsvraag, de Prijsvraag Reisbeurs en de Vierjaarlijkse Prijs voor Therapeutische en Farmacologische Wetenschappen van de Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België op.

​

Na zijn studie ging hij van 1930-1932 in de Verenigde Staten wonen als Fellow aan de Universiteit van Pennsylvania, waar hij werkte in het laboratorium van Nelson Richards. Vervolgens werd hij assistent van de professoren Gunn en Sherrington in Oxford en werkte hij samen met professor Bijlsma in Utrecht. Na deze internationale ervaring keerde hij terug naar België en werd in 1936 hoogleraar farmacodynamica en therapeutica. Hij was een buitengewoon leraar en al zijn studenten herinneren zich de briljante helderheid van zijn colleges, waarvoor de zalen altijd vol zaten.

Zijn onderzoekswerk richtte zich met name op het cholinerge systeem, het metabolisme en de werking van acetylcholine. In die tijd beschreef hij de effecten van bepaalde geneesmiddelen die als cholinerge precursoren werken en bestudeerde hij acetylcholine-antagonisten, zowel muscarine- als nicotine-antagonisten. Zoals Professor Maloteaux verklaarde: "Dit waren de begindagen van de moderne farmacologie, die gekenmerkt wordt door een steeds nauwkeuriger begrip van de manier waarop geneesmiddelen op moleculair niveau inwerken op de doelweefsels en hoe zij op die manier de fysiologische mechanismen wijzigen en nuttig kunnen zijn in de therapie." (1)

​

Hij liet een indrukwekkende lijst van wetenschappelijke publicaties (250) en studies (100) na, waarin het werk van zijn collega's wordt voortgezet (2).  Een van zijn opmerkelijke wetenschappelijke bijdragen is zijn verhandeling "Eléments de Pharmacodynamie et de Thérapeutique" (3) die ongeveer 30 jaar lang door studenten geneeskunde werd gebruikt. Door zijn uitzonderlijke didactische waarde werd het tussen 1937 en 1967 zeven keer herwerkt, in het Nederlands vertaald en door verschillende universiteiten gebruikt.

​

André Simonart was vanaf 1948 correspondent-lid van de Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België en werd in 1960 gewoon lid. Hij was ook stichtend lid en voorzitter van talrijke academische verenigingen, waaronder de Belgische Vereniging voor Farmacotherapie, de Belgische Vereniging voor Fysiologie, enz. Hij was voorzitter van de Commissie van Specialiteiten van het Ministerie van Arbeid en van andere commissies. Hij was ook directeur van het laboratorium voor experimentele therapeutica aan de Universiteit van Leuven.

​

Uit bezorgdheid om de laatste ontwikkelingen in de therapeutica te verspreiden onder de practici, in een tijd waarin bijscholing zeldzaam was, richtte hij het "Leuvense Geneeskundig Tijdschrift" op en redigeerde hij het "Revue Médicale de Louvain".

 

Het leven van professor André Simonart werd ook gekenmerkt door lijden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd hij gearresteerd door de nazi's die België bezetten en opgesloten in de concentratiekampen van Breendonk (België) en Buchenwald (Duitsland). Veroordeeld tot dwangarbeid hielp hij met zijn medische kennis andere gevangenen. In zijn lofrede voor de Academie voor Geneeskunde benadrukte professor Charles Mertens de Wilmars hoezeer professor Simonart, net als een lid van het verzet, bescheiden was over zijn heldenmoed, afkerig van wraakzucht en gepassioneerd door de waarheid. Na de oorlog richtte het Belgische Parlement het Fort van Breendonk op om de jeugd te informeren. Koning Boudewijn benoemde professor André Simonart tot voorzitter van de Memorial en hij werd meermaals herkozen. Volgens zijn collega's vervulde hij deze functie gedurende bijna 30 jaar op voorbeeldige wijze. Bij de toekenning van zijn emeritaat zei professor Lévy ook over professor Simonart: "Om zijn land te dienen zoals hij deed, moet men lijden en begrepen hebben. Uit trouw aan zijn ideaal moest hij de moordenaars van dit idealisme het hoofd bieden. Hij moest scherpzinnig blijven, ongeacht de schittering waardoor hij werd doordrongen". (4)

​

Naast zijn openbaar leven was professor André Simonart ook echtgenoot en vader van 10 kinderen.

Zoals Charles Mertens de Wilmars opmerkt, ontving professor André Simonart zijn emeritaat in 1969 tijdens een gedenkwaardige academische zitting, waarbij het enthousiasme en de humor boekdelen spraken over de bewondering en de genegenheid waarin de man, zijn werk en zijn leven door het hele land werden gehouden. (5)

 

Geboeid door farmacologisch onderzoek en bezorgd om de ontwikkeling van de farmacologie, die nog in haar kinderschoenen stond, te blijven aanmoedigen, besloot Professor André Simonart de fondsen die hij bij zijn emeritaat ontving te besteden aan de oprichting van een stichting ter aanmoediging en bevordering van het farmacologisch werk van studenten aan de KUL en de UCL. In zijn ogen waren beide faculteiten met elkaar verbonden, want hij doceerde er zowel in het Frans als in het Nederlands. Hij was voorzitter van de Stichting tot aan zijn dood in 1992.

​

Aangespoord door zijn waarden en passie hebben zijn kinderen en kleinkinderen de fakkel overgenomen. Zijn oudste zoon, Baron Hubert Simonart, is de huidige voorzitter. Hij wordt bijgestaan door drie andere familieleden, twee professoren van de KUL en twee professoren van de UCL.

1. J.M. Maloteaux. Le Professeur  Baron André Simonart : Un pharmacologue et pharmacothérapeute précurseur à l’Université Catholique de Louvain (UCL/KUL). Louvain Médical 2011 ; 130 (1) :41-45
2. Ch. Mertens de Wilmars, T. Godfraind. Eloge du professeur André Simonart, membre honoraire régnicole. Bull. Acad.Med.Bel.83-88, 1993
3. A. Simonart. Pharmacologie et Thérapeutique. Editions Aercia S.A. Bruxelles  & Librairie Maloine S.A. Paris 7ème édition, 1967
4. P. Lévy. Allocution du professeur Lévy, vice-président du Mémorial National du Fort de Breendonck, Manifestation d’hommage professeur A. Simonart, Imprimerie Orientaliste, Louvain, 1969, p 29
5. Cfr supra note 2

bottom of page